![]() | |
> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Stedelijke ontwikkeling > Zeven eeuwen wonen en leven in Schiedam |
Hoe de eerste bewoners woonden en leefden in het drassige gebied rond de Schie en later bij de dam in de Schie in de 13e eeuw, is niet in details bekend omdat er uit die tijd maar weinig bekend is dat daarvan een beeld geeft. Toch kunnen we ons wel enigszins een idee vormen, gelet op de bodemvondsten uit de Vlaardingencultuur en uit hoger gelegen gebieden.
![]() Voorbeelden in Archeon van de Middeleeuwse bouwwijze. |
De woningen van uit de begintijd zijn zeer eenvoudig geweest zijn zoals blijkt uit opgravingen, ze waren opgebouwd uit dat wat het land bood, dus uit riet, hout en klei. Een dak boven het hoofd was voldoende om, beschut tegen regen en wind, te kunnen slapen en eenvoudige huishoudelijke taken te kunnen verrichten als eten klaarmaken van veldvruchten en van gevangen dieren. Het benodigde vuur zal vaak onder de beschutting van een dak, bijvoorbeeld tegen regen, aangemaakt zijn en de rook daarvan zal in de woning gehangen hebben. Mensen en dieren woonden in dezelfde ruimte.
![]() Brandemmers |
Maar heel langzaam zijn de beschuttingen van duurzamer grondstof gebouwd. In de Middeleeuwen waren de meeste huizen vooral hout met een rieten dak; Van der Feijst schrijft daarover in zijn boek Geschiedenis van Schiedam:
Ook de aard van de bebouwing was onaanzienlijk: naast een klein getal van stenen woningen stond het overgrote getal van houten huizen, voorzien van een rieten dakbedekking. Het getal der inwoners moet dienovereenkomstig gering zijn geweest.
Veel houten huizen met rieten daken dus. Dat was in de 15e eeuw voor het toenmalige stadsbestuur aanleiding om successievelijk het grote gevaar van brand te voorkomen door, beginnende in het midden van het stadje Schiedam, vanuit de Drie Weechscee, dat is het kruispunt Korte Dam-Hoogstraat waar toentertijd de belangrijkste bebouwing stond, een drastische maatregel te nemen, ofwel een keur uit te vaardigen met de opdracht voor de burgers: alle huizen moesten van 'harde' daken worden voorzien.
![]() Een bekend brangevaar in de Middeleeuwse stad: de zoutketen. |
![]() Schiedam in de 17e eeuw op een schilderij van Adam Pijnacker. |
In 1514 onderzocht de regering wat het vermogen van de steden en dorpen in Holland en Friesland was om daardoor een belastingsysteem mogelijk te maken en daaruit blijkt voor Schiedam dat het niet welvarend was. Van der Feijst: De twee hoofden, het ooster- en westerhoofd, zijn 'geheel vergaen', vijf waltorens staan 'ongedeckt' met nagenoeg vergaan houtwerk, de stadsvesten zijn 'verdroecht' en moeten nodig weer op diepte worden gebracht, de sluis 'lect buyten omme de deuren', het stadhuis is vervallen. De getoonde stadsrekening over 1511 en de nog verschuldigde renten en belastingen vertonen tesamen een tekort van rond 5600 ponden.
Zo'n onderzoek was al eens eerder gedaan, namelijk in 1494 en toen gaf de stad op dat er 465 huizen stonden, er waren er dat jaar in een grote stadsbrand net 109 verwoest. Maar die waren erg verarmd en deels vergaan zoals in de archiefstukken daarover is vermeld.
Wat het aantal inwoners betreft omstreeks het begin van de 16e eeuw het volgende: de pastoor geeft op dat hij 1600 'communicanten', heeft en aannemende dat er een gelijke bezetting per woning was als in volgende eeuwen, dan is het aantal inwoners op ongeveer 2500 te stellen. Dat aantal zal dan omstreeks 1560 rond 3500 zijn.
In de 17e, 18e en 19e eeuw zijn de woningen in Schiedam, afgezien die van een klein aantal notabelen en rijke Schiedammers, niet veel beter. De hygiënische omstandigheden in de kleine huisjes, keukentjes genoemd, waren slecht. Een drinkwaterleiding en een behoorlijk toilet waren een nog ongekende luxe. In 1833 kende Schiedam zelfs nog een cholera-epidemie.
![]() Arbeiderswoningen aan de Broersvest. |
Lees verder bij: Woningbouw in Schiedam in de jaren 20/30 van de 20e eeuw.
> Startpagina > De Geschiedenis van Schiedam > Stedelijke ontwikkeling > Zeven eeuwen wonen en leven in Schiedam | |