22-5-1940 | Op het ss Westerdam in aanbouw bij Wilton-Fijenoord voor de HAL breekt, vermoedelijk door kortsluiting, brand uit. De schade is betrekkelijk gering en beperkt tot een koelruim. Assistentie wordt verleend door de Schiedamse Brandweer en een drijvende spuit van de Rotterdamse Havendienst.
|  |
28-8-1941 | Om acht uur 's avonds wordt luchtalarm gegeven. Een aantal Engelse Blenheim vliegtuigen heeft kennelijk opdracht om de Rotterdamse havens en, opnieuw, Wilton-Fijenoord te bombarderen. Op het voor die werf op stroom liggende ss. Westerdam wordt precies in de machinekamer getroffen waardoor het schip in de brand vliegt. Het wordt dan door de werfbrandweer en die van Schiedam zó vol met water gespoten dat het schip kantelt en zinkt. Twee Engelse vliegtuigen worden door de Duitse luchtafweer neergeschoten. Eén komt er brandend op het nieuwe abattoir van Schiedam terecht. De drie bemanningsleden, luitenant J.O. Alexander, sergeant A.J. Hardy J.L. Briggs komen om het leven. Het tweede vliegtuig maakt een noodlanding in de weilanden bij Kethel. Piloot sergeant O'Connel kan het niet goed in de hand houden en het toestel komt met een klap neer en vliegt in brand. Hij en z'n collega's sergeant Saunders en private Robertson worden licht gewond, door de Kethelse dokter Van der Kuij die snel ter plaatse was verbonden en door de Duitsers gevangen genomen en afgevoerd,
|  |
13-9-1945 | Het ms. Westerdam van de Holland Amerika Lijn wordt voor herstel en afbouw naar de werf Wilton-Fijenoord te Schiedam gesleept. Het is een van de schepen waaraan in oorlogstijd langzaam werd voortgebouwd maar na driemaal tot zinken te zijn gebracht en even zoveel keren te zijn gelicht werd dat gestopt.
|  |