| Ook: roede. Een molen heeft twee roeden = 4 wieken. Oorspronkelijk waren roeden gemaakt van hout. Vanaf 1863, toen in molen De Eendragt een ijzeren roede werd gestoken, zijn de houten roeden vervangen door metalen exemplaren. Een metalen roede bestaat een holle, gelaste plaatstalen kokerconstructie en weegt ongeveer 3 ton. De firma Pot maakte roeden uit plaatstaal en hoekstaal, bekend als "potroeden". Verscheidene Schiedamse molens zijn voorzien (geweest) van potroeden.
Een roede wordt vastgezet in de gietijzeren askap met behulp van wiggen en keerklossen.
De roewiggen moeten regelmatig worden "aangehaald" en periodiek wordt een roe losgehaald, doorgeschoven zodat het deel van de wiek dat in de kop zit kan worden geïnspecteerd. De roeden worden regelmatig geverfd en geteerd.
Bron: Schiedams Molennieuws, 1985, 1995. |