1494 | De landsregering stelt een onderzoek in (de Enquete) naar het vermogen van steden en dorpen in Holland en Friesland. Deze Enquete vermeldt dat er in Schiedam 574 minus 109 afgebrande is 465 haardsteden staan, waarvan er ca. 165 in slechte staat verkeren. De Enquete vermeldt verder dat 14 haringbuizen en één "coopvaerder" hun thuishaven in Schiedam hebben hetgeen een achteruitgang van resp. 22 en 3 a 4 ten opzichte van de regeringsperiode van Hertog Karel betekent, bovendien zijn de 14 buizen in slechte staat. Er zijn 8 bierbrouwers maar slechts werk voor 2 à 3 en met met de draperie (is lakennijverheid) is het slecht gesteld.
|  |
1514 | De landsregering stelt een onderzoek naar het vermogen van steden en dorpen in Holland en Friesland. Dit onderzoek, nu als Informacie bekend staand, vermeldt dat in Schiedam 470 huizen staan met 1580 communicanten (ca. 2500 inwoners); dat er vier kloosters zijn; dat de Schiedamse haringvloot bestaat uit 20 buizen en 7 "coopvaerders" hetgeen een achteruitgang betekent van resp.6 en 4 ten opzichte van 1504 (toen is er ook een onderzoek gehouden) ; dat er 4 bierbrouwers zijn d.w.z. een achteruitgang van 4 ten opzichte van 1494 en dat de stad ca. 10 "drapeniers" telt met een jaarproduktie van ca. 500 lakens. Verder dat Schiedam "vergaene hoofden" en dito waltorens heeft, ondiepe vesten, een lekkende sluis, een vervallen stadhuis waarvan herstel zo'n 1000 pond zal bedragen en een stadsschuld van 5600 ponden.
|  |
19-2-1597 | Schiedam dient als thuishaven voor 70 haringschepen en 30 coopvaerders.
|  |
ca. 1600 | Uit verschillende verklaringen in de Certificatieboeken blijken aktiviteiten van 'coopvaerders' vanuit Schiedam: o.a. uitvoer van kaas en tarwe naar Frankrijk en invoer van zout uit Lissabon.
|  |